Waarom piekeren we?
Iedereen piekert wel eens, maar voor sommige mensen neemt het enorme proporties aan. Ik hoor mensen in mijn praktijk dan ook vaak zeggen ‘kon ik mijn gedachten maar even uit zetten.’ Alvast een kleine spoiler: gedachten kun je niet uitzetten. Je kunt gelukkig wel leren om minder te piekeren.
Om dat te leren is het zinvol om te onderzoeken waar gepieker vandaan komt: waarom piekeren wij mensen én waarom pieker jij specifiek?
Vluchten van je echte gevoel
Wij mensen hebben een sterk ontwikkelt brein. We gebruiken onze ratio veel en -zeker in onze westerse wereld- vertrouwen we ook heel erg op ons denken. Slim zijn wordt geprezen, rationeel zijn is een deugd en met ons denkvermogen kunnen we daadwerkelijk veel bereiken. Denk aan studie, een goede baan en controle houden over onze directe omgeving.
We zijn alleen wellicht een klein beetje doorgeschoten. We hechten erg veel waarde aan onze gedachten en ons brein, maar zijn daarbij gewend geraakt om ons gevoelsleven op een tweede plaats te zetten.
Kleine kinderen kunnen we nog erg goed naar ons gevoel luisteren. Maar al op jonge leeftijd leren we vaak, dat ons gevoel tonen niet altijd handig of wenselijk is. Ook wordt van ons verwacht dat we leren op school en meegaan in bepaalde ritmes van alledag. Op zich is daar niet veel mis mee, maar in een wereld waarin er erg veel ruimte is voor de ontwikkeling van ons brein en bijna geen ruimte is voor het leren omgaan met gevoel kan dat wel degelijk grote problemen veroorzaken.
Piekeren is zo´n gevolg: als je niet hebt geleerd dat je gevoel -al je gevoel- erbij hoort en er mag zijn, dan wil je het liefst vluchten voor gevoelens die we doorgaans als ‘negatief’ bestempelen. Denk aan boosheid, frustratie, bang zijn en verdriet. Voelen we die gevoelens opborrelen, dan moeten die gevoelens zo snel mogelijk weg. Dit doen we bijvoorbeeld door ze weg te lachen, erover heen te walsen, maar ook door ze weg te denken. In ons brein op zoek te gaan naar antwoorden die ons verlossen van de gevreesde pijn.
Ik begrijp dat bovenstaand wellicht wat vaag en misschien zelfs wat zweverig kan overkomen. Daarom een voorbeeld uit mijn praktijk (uiteraard met gefingeerde namen):
Judith is op een nacht zonder aanleiding in elkaar geslagen in haar studententijd. Nu 20 jaar later loopt ze keer op keer vast in haar leven. Haar manier om met moeilijke situaties om te gaan is heel veel nadenken. Ze heeft de overtuiging dat als ze ‘het antwoord’ vindt op haar problemen dat ze dan verlost zal zijn van haar moeilijkheden. Ze kan eigenlijk niet geloven dat ‘die ene nacht’ haar zoveel schade heeft berokkend dat ze daar nu nog steeds last van heeft. Ze blijft verder zoeken. Ze verzandt in eindeloos gepieker hierover. Niet alleen haar grotere problemen zijn onderdeel van haar gepieker, maar ook kleinere alledaagse onderwerpen zorgen voor veel gepieker. Ze merkt dat dit voornamelijk opspeelt als ze uitgenodigd wordt voor feestjes ’s avonds laat, maar ook in vertrouwensrelaties merkt ze dat ze veel last heeft van piekeren. Haar gepieker en het zoeken naar antwoorden houden haar weg bij het werkelijk doorvoelen van de grote pijnen die ze voelt. Op de korte termijn voelt dat veilig en fijn, maar op de lange termijn zorgt dit gepieker alleen maar voor meer stress, zeker omdat ze de antwoorden niet vindt of kan aanvaarden.
Vechten en controle krijgen
Je zou hierop aan kunnen vullen dat piekeren ook een vorm van vechten is, vechten tegen het ongemak. Piekeren is ook een manier van controle proberen te krijgen over een situatie. Als we de situatie maar begrijpen dat kunnen we hem oplossen. Dit zie je ook in het voorbeeld van Judith.
Hier zit een kern van waarheid in, maar piekeren ontstaat uit een ongemakkelijk gevoel, spanning en stress. En als je spanning of stress ervaart en dus in de ‘vecht- of vluchtstand’ staat kun je niet helder meer nadenken, simpelweg omdat lang nadenken niet bijdraagt als je daadwerkelijk voor een beer moet vluchten. Dit zorgt er dus voor dat je niet creatief of echt productief kunt nadenken.
Je hebt vast wel eens mee gemaakt dat je je hoofd hebt gebroken over een probleem zonder de oplossing te kunnen bedenken, maar toen je het even losliet en een wandeling ging maken de oplossing zo boven kwam drijven. ‘aha, zo gaan we het doen!’
Piekeren houdt ons gevangen, in een soort schijnveilige positie: je voelt de echte pijn of het verdriet niet, maar je voelt je (zeker op de langere termijn) gespannen, fysiek én mentaal. Blijf je maar lang genoeg in die spanning zitten, dan heeft dit effect op je slaap, op het vermogen om te ontspannen en uiteindelijk snijdt je de verbinding tussen lichaam en geest door. Je voelt niets meer, behalve spanning.
Hoe piekeren en burn-out samenhangt
Van piekeren raak je uitgeput en als je uitgeput bent, dan ga je piekeren. Een neerwaartste spiraal waar je niet zomaar uit komt, je kunt hierin gevangen raken.
Enkel overmatig piekeren zal er doorgaans niet voor zorgen dat je in een burn-out terecht komt, maar als je je gevoel langdurig onderdrukt, een enorme controle-drang hebt, een groot verantwoordelijkheidsgevoel en je hebt veel hooi op je vork, dan vergroot je de kans op burn-out enorm.
Daarnaast zal vrijwel iedereen die een burn-out heeft aangeven dat ze veel in hun hoofd zitten, zich veel zorgen maken, veel en snel stress ervaren en moeilijk kunnen loslaten. Dit alles resulteert in of is zelfs gelijk aan piekeren.
Hoe stop je met piekeren?
De grote vraag: hoe stop je dan met piekeren? Er is best een grote kans dat je bovenstaande hebt geskipt en direct door bent gescrolld naar dit kopje, als dat zo is: ga terug naar start 😉. Voor de eerste tip heb je namelijk meer begrip over piekeren nodig. Bovendien zul je merken, of al weten dat er niet zoiets bestaat als een quick fix.
1. Erken het piekeren en onderzoek waar het vandaan komt
In mijn praktijk hoor ik mensen hun gepieker vaak veroordelen en proberen weg te duwen. ‘Ja hoor, daar ga ik weer, ik mag niet piekeren. STOP NU!’ Meestal heeft dit weinig effect. Je mag best erkennen dat piekeren en de gevolgen ervan hartstikke vervelend en vermoeiend zijn, maar het heeft weinig effect om jezelf en het gepieker en het onderliggende gevoel dat het veroorzaakt weg te willen duwen.
Zoals je hierboven hebt kunnen lezen ontstaat gepieker vaak vanuit stress, spanning of angst. Het is dus een manier om controle te krijgen over een situatie, een weinig succesvolle manier, maar toch. Onderzoek eens, met een open en nieuwsgierige blik, waar je bang voor bent, waar je stress vandaan komt. Misschien zit er een gevoel van verdriet of boosheid onder, misschien is het simpelweg een vorm van pijn willen vermijden. Pijn die ontstaat doordat je iets mist, afgewezen wordt of een fout maakt bijvoorbeeld. Denk bijvoorbeeld aan verlatingsangst, bindingsangst of faalangst.
Durf je te verbinden met dat gevoel en probeer je gedachten los te laten. Wees lief voor jezelf en je gevoel. Zowel je hoofd en je angsten proberen je slechts te beschermen tegen onheil. Ooit is dat effectief geweest, maar nu is het tijd om je nog iets meer open te stellen en je gevoel dat onder die angsten zit, te erkennen, te verzorgen en te omarmen (hoe eng en ongemakkelijk dat ook is).
2. Maak een keuze om te stoppen met piekeren.
Klinkt te simpel voor woorden toch? Toch zou je kunnen proberen, op een liefdevolle manier, te kiezen om te stoppen met je gepieker. Let op: ik doel hier op een situatie en niet in het algemeen. Dus als je merkt dat je bijvoorbeeld enorm over je werk zit te piekeren terwijl je in bed ligt, dan kun je ervoor kiezen om hiermee te stoppen. Het heeft tenslotte geen zin om na te denken over iets dat nu niet aan de hand is.
Een andere vorm hiervan is het piekerkwartier: geef jezelf een kwartier de tijd om te piekeren. Op andere momenten kun je er dan voor kiezen om je pieker gedachten uit te stellen naar je piekerkwartier.
Oefen hier maar eens mee en je zult merken dat je je gesterkt voelt als je merkt dat je wel degelijk wat invloed hebt op je gedachten. Je zult ook merken dat dit makkelijker gaat als je minder vermoeid of gestrest bent. Begin dus met deze oefening als je niet al te moe of gestrest bent, dan kun je het later toepassen op momenten dat je wel erg gestrest bent, oefening baart kunst!
3. Onderzoek je gedachten
Wat denk je eigenlijk allemaal? Wat is er waar van wat je denkt? Klopt het 100%? En helpen de gedachten je? Hoe voel je je erdoor? En hoe zou je je voelen als je de gedachten (die waarschijnlijk helemaal niet zo waar zijn als je vooraf dacht) los zou laten? Heb je een goede, stressvrije, reden om je gedachten vast te houden?
Tot slot: Welke gedachte zou je beter helpen, een beter gevoel geven en ook nog eens meer waar zijn?
4. Richt je aandacht op iets anders
Dit kan door jezelf af te leiden, niet van je gevoel, maar wel van je gepieker! Overdag kan dat op allerlei manieren, maar als je door het gepieker een nachtbraker bent, dan is dat wat lastiger. Wat je wel kunt doen: richt je aandacht bewust op je ademhaling. Of doe een bodyscan, waarbij je de aandacht verlegd naar het scannen van je lichaam (check bijvoorbeeld deze korte bodyscan). Vind je het niet prettig om naar de sensaties van je lichaam te gaan? Richt je aandacht dat op wat je hoort, eerst ver weg, dan dichterbij, dan binnen of vlakbij je. Oordeel niet over wat je hoort, probeer het niet te analyseren, maar hoor gewoon, luister.
5. Geef je ‘pieker stem’ een naam
Wat? Gebruik je fantasie een beetje en visualiseer met me mee:
Die pieker gedachten voelen soms bijna alsof ze wezentjes in je hoofd zijn, die stemmetjes hebben en de hele dag tegen je praten. Misschien zijn het verschillende stemmetjes of misschien is het er eentje die steeds het zelfde zegt. Denk aan de ‘innerlijke criticus’. Je zou er ook voor kunnen kiezen om deze criticus een echte naam te geven, denk aan Pieker Piet, Zeurende Sara of Annie Angst.
Soms steken deze stemmen zomaar de kop op, als ongenode gasten. Ze geven hun ongezouten en vooral ongevraagde mening, houden je klein en willen de volledige controle over je.
In feite proberen ze je te helpen of veilige, maar wel op een wat onhandige manier. Dood moe word je van deze gastjes.
Stel nou dat je echt een buurman hebt die het beste met je voor heeft, maar ook nogal een bemoeial is. Hij komt geregeld bij je langs, vooral als het je eigenlijk niet uit komt, omdat je -ik zeg maar wat- uitgeput op de bank ligt.
Je kunt een paar dingen doen: je wapenen en hem de deur uit jagen. Dit kost energie en kracht. Hem heel hard negeren (en je tegelijkertijd KAPOT ergeren), dit kost ook kracht en energie.
Of je kunt deze buurman zijn gang laten gaan. Hij kletst toch wel door, of je hem nu wegduwt of negeert. Hij is nu eenmaal je goedbedoelende buurman.
Laat hem in de hoek staan, zijn zegje doen en verzet je niet. Je kunt vervolgens zijn mening aannemen, of niet. Als die buurman merkt dat je niet luistert, zal hij eerst harder gaan praten, hij wil tenslotte je aandacht. Maar grote kans, dat als je hem minder aandacht geeft, hij zal verzwakken. Misschien stopt hij nooit helemaal met zijn geklets en zal hij vooral nog eens langs komen als je erg gestrest bent, maar je hoeft niks met die man.
Kortom: erken hem, laat hem zijn gang gaan en zie hem vooral voor wat hij is. Namelijk een bezorgd, maar bemoeizuchtig mannetje dat het echt goed bedoeld.
6. Verminder stress
Stress zorgt ervoor dat je meer gaat piekeren en piekeren zorgt weer voor meer stress. In plaats van je te richten op het piekeren, kun je ook de cirkel doorbreken door te zorgen dat er minder stress in je leven en in je lijf is.
Dat kan op allerlei manieren, maar het volgende rijtje zal je niet onbekend voor komen en geldt eigenlijk op alle vlakken van je gezondheid, zowel mentaal als fysiek. Komt ie:
- Beweeg voldoende (lees hier alles over hardlopen/bewegen en je mentale gezondheid)
- Eet voldoende en voedzaam
- Zorg voor voldoende ontspanning (zowel actieve als meer passieve ontspanning)
- Slaap voldoende
- Leer luisteren naar je lichaam (en wat minder naar dat overactieve hoofd van je 😉).
Vragen of hulp nodig? Stuur me gerust een mailtje via onderstaand formulier.
Burn-out coach
Goudje Haadsma is psycholoog, burn-out coach én running therapeut. Ze helpt je op een praktische en nuchtere manier naar herstel, maar is niet bang om echt naar de kern te gaan. Zo leer je je zelf beter kennen, snap je meer van je zelf, je lichaam en je burn-out. En zo leer je dan weer aan het roer van jouw leven te gaan staan. Het doel van elk traject is altijd: duurzaam en écht herstel.